Nieuw zicht op communicatieproblemen bij autisme en verstandelijke beperking

Kinderen met autisme en een verstandelijke beperking zijn bijzonder kwetsbaar. Dat blijkt uit onderzoek door de Leidse orthopedagoge Jarymke Maljaars.
Nieuw zicht op communicatieproblemen bij autisme en verstandelijke beperking

Uit haar onderzoek blijkt dat deze kinderen meer problemen hebben bij het begrijpen van taal dan bij het produceren ervan. Maljaars is 26 juni gepromoveerd op haar onderzoek.

Visuele symbolen
Een autistisch kind leert communiceren door middel van visuele symbolen. Volgens Maljaars communiceren kinderen met autisme en een verstandelijke beperking minder dan andere kinderen. Wanneer ze communiceren is dit vaak om duidelijk te maken wat ze wel of niet willen, en niet zozeer om interesses te delen. Sommige kinderen doen wel pogingen om te communiceren, maar slagen er niet in om duidelijk te maken wat ze willen overbrengen.

Andere taalontwikkeling dan de norm
Maljaars: ‘Normaal gesproken leren kinderen eerst de betekenis van een woord, voordat ze het woord ook zelf gaan gebruiken. Kinderen met autisme en een verstandelijke beperking daarentegen begrijpen over het algemeen minder dan ze kunnen zeggen.’ De taalvaardigheden van kinderen met een verstandelijke beperking, maar zonder autisme volgen het normale ontwikkelingspatroon.

Symbolische communicatie is complex
Behalve met woordbegrip heeft een deel van de kinderen met autisme en een verstandelijke beperking moeite met de symbolische aspecten van taal en communicatie. ‘Ze begrijpen bijvoorbeeld nog niet dat een woord of een afbeelding naar iets anders verwijst en kunnen daardoor niet op dezelfde manier communiceren als jij en ik’, aldus Maljaars. Als ze bijvoorbeeld het woord “tandenpoetsen” horen of een afbeelding van een tandenborstel zien, leggen ze nog niet de link met het voorwerp of de handeling waarnaar het symbool verwijst. Communicatie speelt zich voor hen vooral af op zintuiglijk niveau, of in het hier-en-nu van een concrete situatie.

Pictogrammen
Maljaars: ‘Op scholen en kinderdagverblijven worden er voor kinderen met autisme vaak pictogrammen gebruikt om de communicatie te verduidelijken. Men realiseert zich echter meestal niet dat een pictogram evenals een woord een symbolisch karakter heeft’. Sommige laagfunctionerende kinderen met autisme zullen dus ook de verwijzende functie van een pictogram nog niet kunnen begrijpen. Voor hen zijn andere strategieën nodig om een activiteit aan te kondigen, een volgorde van activiteiten aan te geven of een taak te uit te leggen.

Aanknopingspunten diagnostiek
Het onderzoek van Maljaars biedt aanknopingspunten voor diagnostiek en voor meer behandeling op maat. ‘Veel bestaande behandelingen zijn erop gericht kinderen te stimuleren om zich te uiten. Aangezien deze kinderen meer problemen hebben met het begrijpen van taal, is het minstens zo belangrijk dat te stimuleren’, legt ze uit. De resultaten van haar onderzoek benadrukken dat er voldoende aandacht dient te zijn voor de vraag of kinderen al dan niet op symbolisch niveau kunnen communiceren. Het is belangrijk dat de begeleiding en de behandeling hierop worden aangepast. Ook op non-symbolische niveaus is communicatie mogelijk, maar dit vereist een heel andere manier van denken over communicatie.

Bron: Universiteit Leiden